Het beeld is bekend: de eindeloze bebouwing van de Spaanse kust; vrijwel nergens valt aan de verstening te ontkomen. Toch zijn ze er wel, natuurparken die lucht brengen in de zee van steen. Zoom je in op de Costa Blanca en de Costa Caliente, grofweg tussen Benidorm en Cartagena, dan vind je de Sierra Helada en Calblanque. En daar kun je fraaie, ruige wandeltochten maken.
BENIDORM EN SIERRA HELADA
Benidorm, het ultra plus van het massatoerisme blijkt een wild stiefbroertje te hebben, waar je een onverwacht zware tocht langs steile kliffen kunt maken: de Sierra Helada. Geweldig de tegenstelling tussen de panorama’s over de hoogbouw van Benidorm en – na een draai van 180 graden – het zicht op grauw rotsland en een reuzenklif; wat verder wandel je langs een ijzingwekkende afgrond, de zee honderden meters lager – hier moet de wind geen vat op je krijgen.
Benidorm, de geplande strandstad
Waar je in eerste instantie denkt aan wildgroei en controlegebrek blijkt de plattegrond van ‘het Manhattan van de Middellandse Zee’ behoorlijk doordacht te zijn. In het ontwikkelingsplan uit 1956 is gekozen voor een ‘los’ zeefront, elk gebouw moest staan in een krans van groen, met altijd zicht op zee. Aan dat uitgangspunt is door de jaren heen vrij goed vastgehouden. Daardoor is er veel variatie en kun je de bebouwing kenmerken als een kralenketting van unieke, vrijstaande gebouwen – van kubushoekig tot slankhoog – langs twee brede, gouden stranden. Vooral van een afstandje laat zich dat goed ervaren, bijvoorbeeld vanaf het kruis van Benidorm, een gemakkelijk bereikbare plek over een rustige verharde weg.
Ruig en uitputtend
Benidorm staat voor relaxen, drinken, feesten en/of slenteren langs de boulevard, of nog gemakkelijker: ga samen op de dubbelzitsscootmobiel, opvallend vaak zoeven ze voorbij. Easy, easy en dan verwacht je dat een wandeling in het aangrenzende natuurpark ook een ontspannen tocht zal zijn door slenterbergen met mooie uitzichten op het toeristenparadijs.
Tot het kruis, oké, dat is gemakkelijk te doen, maar dan, als je het park ingaat: alleen al door onderschatting wordt het drie keer zo zwaar, zeker als je te weinig water meeneemt of de tocht op sandalen of slippers denkt te kunnen volbrengen. Dit is ineens ruig, droog gebergte, waar je over een smal pad voortdurend op en neer klautert, uitkomt op een klif, van waar je 300 meter de diepte inkijkt, waar de golven stukslaan op de rotsen. Geweldig mooi en de inspanning waard.
Afdalen naar de boulevard
De Sierra Helada is sinds 2005 beschermd natuurgebied en bestaat voor een klein deel uit land, het grootste deel is onderwaternatuur. Na het uitzicht op de klif slaan we linksaf en dalen langs Aqualandia naar de boulevard van ‘Beniyork’. En daar kun je weer slenteren langs de hoogbouw, de goed bezette terrasjes en het strand met de palmen. De ruige wereld van de Sierra Helada is ineens weer ver weg.
CALBLANQUE
Tussen Cartagena en de eindeloze strandbebouwing van Cabo Palos en het Mar Menor ligt, als een laatste toevluchtsoord voor flora en fauna langs de Spaanse kust, nog één onbebouwd gebied, natuurpark Calblanque, vernoemd naar het mooie strand. Je kunt er te voet komen vanaf Cabo Palos over een pad dat de kustlijn volgt. Er is veel wind en beneden ons gaat de zee enorm te keer, witte schuimkoppen spatten uiteen op de zwarte rotsen. Lang kun je terugkijkend de bebouwing van Cabo Palos nog zien, maar steeds meer zijn we alleen met steile rots en beukende zee.
Natuur en mijnbouw
Nu is het dus een beschermd gebied, maar overal zien we de sporen van mijnbouw. Een informatiebord vertelt dat ze hier sinds 1840 diep de ondergrond zijn ingegaan. Regelmatig wandelen we langs een voormalige mijnschacht; je kijkt zo over de rand een eindeloze diepte in. Tot ver in de twintigste eeuw daalden mijnwerkers erin af om de ertsaders met machines los te boren en omhoog te halen. Overal liggen stenige afvalbergen, waardeloos steen dat bij de mijnbouw (lood, zink, ijzer) mee omhoog kwam – ze steken af bij de ruige kust en zijn gouden stranden.
Het strand en de salinas
Panoramisch is het zicht op het strand van Calblanque, goudgele stranden gescheiden door een klifje, soort van Benidorm in het klein, maar dan vrij van verstedelijking. Bij de salinas (een zoutwinningsmeer) krijgt de ruige natuur een zachte, elegante draai, want daar zien we door de kijker hoe een groepje roze flamingo’s met hun lange smalle staken gracieus door het water waadt, de dagelijkse uitvoering van hun waterballet.
Wij gaan dezelfde weg terug, over het smalle rotspad en zien de bebouwing van Cabo Palos steeds vaker en dichterbij.
INFORMATIE
In beide gebieden is het in de zomer erg heet, niet echt geschikt voor een wandeling.
Zorg in alle seizoenen voor voldoende water. Onderweg is er niets te krijgen (al kan het zijn dat er op het strand van Calblanque in de zomer een kiosk geopend is).
BENIDORM EN SIERRA HELADA
Wij maakten een rondje van 10 km. Download: zie routeyou.
Je kunt de route ook volgen tot in L’Albir en met de bus teruggaan, vanaf het kruis is het ongeveer 8 km – een pittige wandelign door ruig terrein. Zie Benidorm-Albir
Je kunt vanuit L’Albir terug met de bus; hier vind je de dienstregeling. Ook mogelijk: eerst met de bus naar L’Albir en terug naar Benidorm; de route is met wit-gele tekens in beide richtingen bewegwijzerd.
CALBLANQUE
De route is heen en terug ongeveer 10 km. Op de kaart staan alleen de pijlen van de heenweg; de terugweg verloopt hetzelfde.
Op het kaartje de ligging van Benidorm en Calblanque in Spanje. Voor wandelingen in het dal van de Segura klik je hier.
De reis
Wij gingen met de trein. Via Parijs naar Barcelona; daarna verder met de trein naar Alicante. Met een huurauto (vanaf Alicante) doorkruisten we vervolgens het gebied. Ook mogelijk: vliegen op Alicante.
1 gedachte over “Benidorm en Calblanque: ruige kusten”