Zodden en trilvenen

Groots is de natuur aan het moerassige meertje, alleen ben je met de vogels en kikkers, ver weg van welk mensenlawaai dan ook. Dit is de Taartpunt, het lekkerste natuurgebakje ooit, sinds kort toegankelijk over wellicht het mooiste wandelpad van Utrecht en omgeving. Je komt er via het Zoddenpad, een nieuw klompenpad, dat vanaf museumboerderij Vredegoed in Oud-Maarsseveen na een kleine twee kilometer aankomt bij de kortgeleden gegraven plassen, een nieuwe verandering in het open veenweidelandschap dat de afgelopen eeuwen vaak wisselde van gedaante.

De Oostelijke Binnenpolder van Tienhoven.

De Taartpunt
Aan het einde van de laatste ijstijd strekte zich vanaf de Gooise heuvels een zanderige vlakte uit. Daar vormde zich in vochtige omstandigheden (continu kwelde water vanuit de heuvels op) een ontoegankelijk moeras, waar plantenresten niet verrotten, maar zich opstapelden tot een dikke laag veen. Vanaf de Vecht werd na 1100 het moeras ontgonnen en langzaam veranderd in akkers en weiden. Steeds werd na ongeveer 1250 meter een nieuwe dwarskade gelegd, waarop de boerderijen kwamen te staan. De lange rechte kavels, uitgelegd vanaf verschillende kades kwamen in een punt – de Taartpunt* – samen, op de grens van Utrecht en Holland. En daar was niemandsland, geen kolonist kwam er te wonen, leegte heerste er, toen en nu.

De Taartpunt op de topografische kaart; met nieuw moeras en nieuwe plassen.

Veranderend veen
Een groot deel van de oorspronkelijke veengronden is verdwenen. Een heel landschap werd opgestookt in de ovens van brouwerijen, steenbakkerijen en in de kachels in woonhuizen, want tot turf gedroogd veen was de brandstof van de Gouden Eeuw. Steeds forser werd het veen weggebaggerd, waardoor de langgerekte kavels veranderden in watergangen – de petgaten*–, van elkaar gescheiden door smalle strookjes land, de legakkers*, nodig om het veen tot turf te drogen.
Nadat de vraag naar veen en turf begin 20e eeuw was ingezakt, kon het geschonden land zich herpakken. Petgaten begonnen dicht te groeien, de verlanding werd ingezet. Dat gaat in verschillende fasen; eerst is er alleen een dek van drijvende planten; wiebelig kun je er overheen lopen, elk moment kun je er doorheen zakken – trilvenen* doen hun naam eer aan. Tot ze vast groeien aan de bodem en overgaan in rietmoerassen. Dan komen de bomen, de elzen, de berken en die doen de herinnering aan de vervening vervagen, want in deze laatste fase van verlanding groeit alles dicht. Die verlande petgaten worden hier zodden genoemd.

Het Bert Bospad in de Westbroekse Zodden.

Bert Bos en de Zodden
Als moerasbos, zo kreeg Staatsbosbheer rond 1991 de Westbroekse Zoddenin beheer, en gaf de natuur ruim baan. Want al die vormen van verlanding bieden een enorme variatie aan planten en dieren, en wat is er mooier dan die terug te brengen. Dus, bossen gekapt, petgaten hergraven en het hele verhaal van de verlanding mocht opnieuw beginnen. In die tijd nam Bert Bos (bekend als de boswachter zonder bos) mij mee op een wandeling door de Westbroekse Zodden, doodstil was het die winterdag – de eenzaamheid van de natuur maakte een diepe indruk. Die natuur zou voor meer mensen toegankelijk moeten zijn, dat was het ideaal van Bert Bos (1946-1996). Het eerste voetpad* dat de Westbroekse Zodden ontsloot werd dan ook naar hem genoemd, en daar wandel je nu over een graskade langs langzaam verlandende petgaten, langs een mooi stuk trilveen, rietmoerassen en ook nog een stukje vochtig moerasbos – alle stadia van verlanding maak je mee. Dat is wat deze route zo mooi maakt, in combinatie met de enorme weidsheid van de veenweiden; alleen in de verte lijkt bewoning te zijn, met aan de horizon de kerktorens van Westbroek en Loosdrecht.

Petgat en trilveen langs het Bert Bospad.
Molen De Trouwe Waghter.

Alles draait om water
Veel weidegrond kreeg een natuurbestemming, maar toch ging het die natuur niet goed. Een deel van het probleem is de matige waterkwaliteit, veroorzaakt door een omdraaiing van het waterregime. Niet langer was het nat in de winter en droog in de zomer, maar omgedraaid, want voor de landbouw werd water in de winter weggemalen, terwijl in de zomer vanuit de Vecht te voedselrijk water werd aangevoerd. Bij een nieuwe natuurinrichting is dat veranderd door landbouw en natuur elk hun eigen wateraanvoer en -peil te geven. Nu stroomt er in de natuurgebieden winter en zomer voedselarm kwelwater naar binnen en zijn er extra plassen en petgaten gegraven, zodat alle stadia van verlanding betere kansen krijgen. Die natuurboost maak je mee, zowel in de Zodden als bij de Taartpunt, die dankzij het nieuwe wandelpad toegankelijk is geworden. Bert Bos zou het prachtig hebben gevonden, want dichterbij de natuur kun je niet komen; ja, je krijgt zelfs de illusie dat op de graspaden van deze veenweidenwandeling steden als Utrecht en Hilversum – op minder dan 15 km afstand – buiten bereik zijn dankzij een muur van natuur ertussen.

Petgat langs Bert Bospad, met de kerktoren van Westbroek.
Einde Gooi.

Einde Gooi
Een extra ommetje is erg de moeite waard, want de bossen van buitenplaats Einde Gooi* vormen een scherp contrast met de veenweiden. Eerst wandel je langs het Tienhovensch Kanaal, op de scherpe grens van de twee landschappen. Verderop loop je op het zand, op de uitlopers van de heuvels die tijdens de een na laatste ijstijd ontstonden. Zo anders is hier de begroeiing, een afwisseling van weitjes en bossen met eiken, beuken en dennen. Ooit was het een buitenplaats, als in het midden van een ster sta je ineens op een zevensprong van rechte beukenlanen; ook hier werd de natuur in strakke vormen gegoten, in dit geval een sterrebos, een herinnering aan de Franse parkstijl.

* zie kaart

INFORMATIE
Wandelroute
Het Zoddenpad is een klompenpad; het is in twee richtingen aangegeven. Ook is het mogelijk via de knooppunten van Recreatie Midden Nederland te wandelen.
De route is 13 km lang, met verlenging via Einde Gooi 19 km.

Verhard/onverhard
Voor ongeveer 80% onverhard.

Start en finish
Bij Streekmuseum Vredegoed is een ruime parkeerplaats. Die is er ook aan de Kanaaldijk, bij het noordelijke uiteinde van het Bert Bospad*.

Streekmuseum Vredegoed

Openbaar Vervoer
NS Hollandse Rading (ns.nl), langs Tienhovens Kanaal naar Bert Bospad 2,6 km.
Bus: lijn 122 vanaf Utrecht Overvecht; halte Maarsseveeense Vaart, Tienhoven (niet op zondag). Zie 9292.nl.

Horeca
Rustpunt Streekmuseum Vredegoed

Honden
In de veenweiden mogen honden niet mee, ook niet als ze aangelijnd zijn.

Nat
In natte periodes zijn waterdichte schoenen aan te raden.

Het nieuwe weidepad, op weg naar de Taartpunt.

Verlenging Einde Gooi
Bij het uiteinde van het Bert Bospad kun je de route verlengen met een rondje Einde Gooi. Dat kan via het Klompenpad, maar dan loop je een heel stuk dubbel. Bovendien mis je dan het Tienhovensch Kanaal. Daarom hier een (printbare) routebeschrijving voor een alternatief (de rode route op de kaart).

 

 

Limousin fokkerij Einde Gooi.

1 gedachte over “Zodden en trilvenen”

Plaats een reactie