Domzicht

Van verre verheft zich de ruim 112 meter hoge Domtoren – een beeld dat al sinds 1382, het opleveringsjaar, is te zien. De Utrechtse Dom is een constante in een skyline die door de eeuwen veel wisselingen heeft ondergaan.
Eeuwenlang was Utrecht de religieuze hoofdstad van Nederland; hier zetelde de bisschop, hier woonden geestelijken in kloosters bij elkaar. Het panorama van Joost Cornelisz. Droochsloot, geschilderd rond 1660, benadrukt dat religieuze karakter, want aan de horizon verdringen zich de spitsen van vele kerktorens, gedomineerd door de Dom, als een pater familias, soeverein wakend over zijn kleintjes.

Gezicht op de stad Utrecht van Joost Cornelisz. Droochsloot (Centraal Museum, Utrecht).

Het Centraal Museum, waar het schilderij van Droochsloot hangt, vertelt er het volgende over: “Hier is Utrecht vanaf het westen te zien. … Op de voorgrond kronkelt de Oude Rijn, kort voor de kanalisatie tot Leidsche Rijn. … Achter de stadsmuur van noord naar zuid (van links naar rechts) de Jacobikerk, de Janskerk, de stadhuistoren, de Pieterskerk, de Dom, de Buurkerk, de Bisschopshof, de Hiëronymuskapel, de Paulusabdij, de Mariakerk, de Catharinakerk, de kapel van het Ursulaklooster, de Weeskerk (voormalig Regulierenklooster), de Geertekerk, de Nicolaïkerk en het Nicolaïklooster.” Bijzonder is dat Domtoren en –kerk een geheel vormen. Slechts enkele jaren vielen schilderij en werkelijkheid samen, want een tornado verwoestte in 1674 het schip van de Domkerk; sindsdien staan kerk en toren ver uit elkaar.

Nieuwe skyline
Voor een vrije blik op de skyline van 1660 hoefde je maar iets voorbij de middeleeuwse singels te gaan. Na 1870 breidde Utrecht zich snel uit en vanuit de nieuwe woonwijken stuit je blik steeds op de wanden van woningen en andere gebouwen. Er blijven genoeg plekken, waar de hoogste kerktoren van Nederland in een zichtlijn verschijnt, maar voor een volledig panorama moet je verder naar buiten.
Ten noorden van de stad is er vanuit de weilanden vrij zicht, want na de laatste flats van woonwijk Overvecht eindigt de stedelijke bebouwing abrupt. En dat blijft zo; het Noorderpark, gelegen tussen Utrecht en Hilversum, is een mooi voorbeeld van een goede ruimtelijke planning. Het inzicht dat een stad groene ruimten nodig heeft, is hier vertaald in een ban op woningbouw en voorrang voor landbouw, natuur en recreatie. Met behulp van een landinrichting is de positie van landbouw en natuur versterkt, en is er ruimte gemaakt voor recreatie. Resultaat: de garantie van openheid en daarmee vrij zicht op de skyline van de stad.
Dicht tegen de stad liggen intensief te gebruiken voorzieningen (bmx-baan, voetbalveld, klimtoestellen), verderop zijn fiets-, ruiter- en wandelpaden aangelegd. Vanaf die nieuwe paden komt de 21e-eeuwse skyline van Utrecht helder in het vizier, en die ziet er heel anders uit dan op het schilderij. Van de religie is bijna niets over. Al hebben bijna alle torens uit de schilderijen nog steeds vaste voet in de stad, ze zijn – verborgen achter woonwijken – niet hoog genoeg om in de huidige stadshorizon een rol te spelen.

Vanaf het Groenedijkse Pad, van links naar rechts: de Domtoren, hoogbouw aan Park Nieuwenoord, de Neudeflat, Hoofdgebouw 4 van de NS, de ronde torens van de Rabobank en het witte stadskantoor. Voor het nieuwe stadskantoor zie je de flats van woonwijk Overvecht.

Tot 1961 was de Domtoren aan de horizon een alleenheerser. In dat jaar kwam de Neudeflat erbij; daarna volgde woonwijk Overvecht. Steeds sneller verandert de skyline. Passend in de wereld van nu hebben torens van het grote geld en een sterke overheid een plek naast de Dom verworven: de ronde hoofdgebouwen van de Rabobank (de ‘Verrekijker’, 2011) en het witte, hoekige stadskantoor (2014). De horizon blijft veranderen – rond Utrecht CS zijn bouwkranen voorbodes van nieuwe hoogbouw, aansluitend op de sterke groei van de stad.
Toch blijft de eeuwenoude constante onaangetast: wie de stad Utrecht nadert, ziet ‘m van verre – richtpunt voor de laatste kilometers; al is ie z’n alleenheerschappij kwijt, nooit zal nieuwbouw uitsteken boven de Domtoren.

De Domtoren vanaf het wandelpad, tussen de knooppunten 49 en 54.

WANDELEN
De route hieronder is gemaakt met de wandelplanner  van Recreatie Midden Nederland. De lengte is 9,2 km en gaat voor een deel over onverharde paden (de rode stippellijn onder de blauwe lijn). Vertrekpunt is de parkeerplaats bij routepunt 21 (ook te bereiken met bus 55 vanaf Utrecht CS, halte zwembad Blauwkapel). De route volgt de wijzers van de klok (dus 21–41–43 etc.). Na routepunt 51, net voorbij de hoogspanningsleiding, is er een breed panorama op de skyline van Utrecht (zie de foto vanaf het Groenedijkse Pad). Daarna loop je recht op de Dom af.

FIETSEN
Deze route van 32 km gaat via de Oude Gracht, Vecht, Oud-Zuilen, Maarsseveense Plassen naar de Tienhovense Plassen. Daar komt de Domtoren in beeld. En hoe! Boven dit serene natuurlandschap van uitgebaggerde petgaten (waar vroeger veen werd gewonnen, dat na droging tot turf als brandstof diende) steekt in de verte de Dom. Je ziet de toren links in beeld; rechts prijkt de schoorsteen van de elektriciteitscentrale bij Lage Weide. Nu is die niet meer gebruik, maar als industrieel monument bewaard. Die schoorsteen is nog een stuk hoger: 148 om 112 meter. Eigenlijk mag dat niet, maar hij staat ver genoeg van de Dom vandaan om een concurrent te zijn.

Goed kijken: links van het midden steekt de Domtoren boven de horizon; rechts van het midden de schoorsteen van de centrale. Uitzicht vanaf de Tienhovense Plassen.

Verderop wordt het panorama steeds mooier, vooral als je na knooppunt 20 in een rechte lijn de Dom nadert. Steeds zichtbaarder tekenen de gebouwen van de skyline zich af, helemaal als je over het Groenedijkse Pad recht op de Dom affietst. Daarna is het met de pret gedaan en duikt de Domtoren alleen nog in enkele doorkijkjes op.

Routebeschrijving
Vanaf fietsenstalling Stationsplein (oostzijde) richting Smakkelaarsveld. Daar rechtsaf en langs TivoliVredenburg naar de kruising met de Oude Gracht. Hier linksaf en langs de gracht richting knooppunt 28. Volg daarna 53–45–47–48–49–29–20–93. Na 93 in de richting van 92, maar bij eerste fietspad rechtsaf (Groenedijkse Pad). Einde pad bij verkeerslichten drukke weg (Koningin Wilhelminaweg) oversteken en richting knooppunt 91. Spoor over, onder A27 door en bij knooppunt 91 rechtsaf. Daarna 90–28–31. Bij 31 rechtsaf, bij fietsverkeerslicht (kruising met Sint Jacobsstraat) schuin oversteken en naar fietsenstalling Stationsplein.
Deze route staat ook op de routeplanner van de Fietsersbond en is als GPX-bestand binnen te halen.

Geplaatst op 7 september 2017

 

 

 

 

Plaats een reactie