Arnhem en het water: getemde beek, ruige rivier

Arnhem aan de Rijn. Vanaf de Mandelabrug kijk je uit over de rivier – boven het water en de Rijnkade torent de Sint-Eusebiuskerk. Arnhem aan de Rijn, zo klaar als een klontje, maar toch: toen de stad ontstond was dat niet zo. Kijk over de rivier en zie de lichte kleur in de kade aan de overkant. Daar mondt de Sint Jansbeek uit in de Rijn, daar eindigt een klein stroompje in de grote rivier, al meer dan 1100 kilometer onderweg vanuit de Zwitserse Alpen.
Aan de Sint Jansbeek is Arnhem ooit ontstaan, op een plek waar een watermolen werd gebouwd. In die tijd stroomde de Rijn verder weg, pas in 1530, na de verlegging van een bocht, kwam de Rijn dichter naar Arnhem toe. Zo werd Arnhem het verhaal van twee totaal verschillende waterlopen. De een klein, maar fijn en vol van cultuurhistorie; de ander ruim en ruig, in staat om duizenden kuubs per minuut door bedding en uiterwaard te verplaatsen.

De spreng van de Sint Jansbeek.

De Sint Jansbeek
Het begin van de beek is een spreng 2, een kleine ronde bron, hemelsbreed op minder dan vier kilometer van de monding in de Rijn en niet meer dan een gat in de helling van de Veluwse stuwwal, gegraven om het grondwater aan te tappen en zo een continue waterstroom op gang te houden. Een ielig stroompje vindt z’n weg door het bos naar beneden, maar blijkt al gauw in staat tot grootse prestaties, want bij Huis Zypendaal 3 ligt de eerste grote waterpartij.

Huis Zypendaal.

Vijvers met ronde vormen en gebogen lijnen, eerst die van Zypendaal en dan die van Park Sonsbeek. Het is een fraai parklandschap, slingerende paden, zwaanversierde bruggen, het doorzichtige gordijn van vallend water, hellingbossen, ja, de uitnodiging tot flaneren is in verzorgde parknatuur gebeiteld. Overigens was het landgoed een stuk groter, want in de 20e eeuw zijn delen bebouwd met een villawijk 1, de toenmalige eigenaar deed wat hectaren in de verkoop om het onderhoud te bekostigen.

Zwaanbrug in Park Sonsbeek.
De Witte Molen, de enige die langs de Sint Jansbeek overbleef.

Molens
Ver voordat in de 19e eeuw het parklandschap tot bloei kwam, waren de vijvers al gemaakt, puur functioneel om water te verzamelen – al vanaf 1300 werd de beek getemd en in een keurslijf gegoten. Het was de belangrijkste molenbeek van de Veluwe, zo’n 10 stuks stonden er. In grote wijers was het water verzameld achter een dam (nu nog te zien bij de Parkweg 4), dat daarna vallend en snelstromend het waterrad op gang bracht. Papiermolens stonden er – het zuivere, superschone Veluwewater was er uitermate geschikt voor, maar ook koren- en eekmolens. Al die molenbekkens zijn parkvijvers geworden, maar één opgeleide beek 5 is nog te zien, hij leidt naar het watermuseum, waar een rad draait op het vallende water, gevolgd door de Witte Molen 6, die nog echt in gebruik is. De rest legde het loodje, overbodig geworden door de stoomkracht van de Industriële Revolutie.

Fontein aan de Jansbuitensingel, gevoed door water uit de Sint Jansbeek.

Beek in de stad
Langs de rand van de stad, daar waar tot ver in de 19e eeuw de stadswallen lagen, voedt het sprengwater de fonteinen 7 langs de Jansbuitensingel. Dwars door de binnenstad lopen de Bovenbeekstraat en de Beekstraat 8. Op de overgang van deze twee stond vroeger een molen. In de Bovenbeekstaat lag een wijer om het water te verzamelen, via de Beekstraat stroomde het naar de Rijn. Lang is de beek verborgen geweest, want in de 19e eeuw overkluisd toen het water in een open riool was veranderd. In 2017 is een deel weer bovengronds 9 gebracht, en nu kun je de nieuwe smalle beek volgen naar de monding – via een watervalletje 10 – in Big Brother de Rijn.

Daar is ie weer: de beek bovengronds, sinds 2017.
De ‘groene rivier’ vult zich bij hoog water.

Meinerswijk
Het gezicht van water, hoe verschillend kan het zijn? Breed stroomt de Rijn langs de stad. Vanaf de John Frostbrug kijk je uit over de hoofdstroom en een aftakking, dat is een ‘groene rivier’ 11, een geul die meestal grotendeels droog staat, maar in actie komt als de watervloed toeneemt door smeltende sneeuw of langdurige neerslag. In het kader van Ruimte voor de Rivier is de groene rivier verdiept, zijn kades verlaagd en een nieuwe geul gegraven. Daarnaast kwamen er fiets- en wandelpaden, zodat uiterwaardenpark Meinerswijk 12 beter bereikbaar werd. Het is er waterrijk, en er zijn moerassen en bossen, veel vogels, waaronder baardmannetje en ijsvogel.

Meinerswijk, begraasd door Konikpaarden.

Ruige natuur en toch is de stad dichtbij, want boven die riviernatuur is er voortdurend zicht op de nieuwe skyline van Arnhem met de opvallende hoogbouw van het nieuwe station. Binnenkort komt de stad wat meer naar Meinerswijk, want nabij het oude gehucht Praets 13 krijgen oude bedrijfsterreinen een nieuwe op de riviernatuur aansluitende inrichting met woningen. Een mooie aanvulling op het ruige uiterwaardenpark, dat samen met de kleinschalige schoonheid langs de Sint Jansbeek Arnhem twee watergezichten geeft.

De skyline van Arnhem, met rechts de Eusebiuskerk, links de hoogbouw van Arnhem CS.

 

WANDELEN

De kaart is ook te vinden op Google Maps .
De wandelroute is totaal 16 kilometer en splitsbaar in twee stukken van 6 km (de Sint Jansbeek) en 10 km (de binnenstad en Meinerswijk).
Start en eindpunt zijn op Arnhem Centraal Station.

AUTO/PARKEREN
Kom je met de auto, dan kun je parkeren tegenover Huis Zypendaal (nummer 3 op de kaart), Zypendaalseweg 44, Arnhem.

ROUTEBESCHRIJVING
thumbnail of 131 Arnhem-routebeschrijving

Arnhem Centraal.

 

 

Plaats een reactie