Stork en Tuindorp ’t Lansink

Verrassend was het nieuws dat Hengelo, waar ik opgroeide, de beste stad van Nederland is als het gaat om brede welvaart*, vooral het woonplezier wordt geroemd. De basis daarvoor is ooit in Tuindorp ’t Lansink gelegd. Deze woonwijk voor het personeel van machinefabriek Stork grenst aan de fabrieken van Stork en andere ondernemers. Wandelend over deze route doorkruis je dan ook eerst de industriële erfenis voordat je aankomt in misschien wel het mooiste tuindorp van Nederland.

Rechts vergaderruimte Jonas, hangend in de oude constructie van de fabriekshal.

De Gieterij

De industriële erfenis, is die mooier te symboliseren dan met de Gieterij 1, de voormalige fabriekshal waar uit vloeibaar staal onderdelen werden gegoten voor de machines die Stork maakte? Inderdaad, maakte, want de Gieterij kwam tot stilstand, was bijna afgebroken, maar kreeg net op tijd een nieuwe functie als centrale hal van het ROC van Twente.  In de enorme hal, een robuuste industriekathedraal, zijn veel sporen van vroeger te zien: de hijsinstallatie, de roestige, stalen kolommen waarop het gebouw rustte en het glazen zadeldak met tientallen ramen in ijzeren sponningen. Middenin staat op hoge, ranke poten de mintgroene vergaderruimte Jonas, benadrukkend hoe modern onderwijs het oude hart van de industrie revitaliseerde. Tijdens schooltijden is de hal vrij toegankelijk – ga kijken!

Door de kolommen van de Gieterij zicht op de voormalige fabrieken aan de Industriestraat.

Industriestraat

De Gieterij stond – hoe toepasselijk – aan de Industriestraat 2. Hier lagen in de glorietijd van de metaalindustrie de fabrieken van Stork, waar op zonnige dagen arbeiders in hun blauwe overalls de middagpauze zittend tegen de fabriekshal doorbrachten. Dagelijks kwam ik erlangs, ‘tussen de fabrieken’ noemden we dit stuk Industriestraat. Soms moest je wachten, kwam er een goederenloc de straat overgestoken, achter zich een reusachtige, in rode menie geverfde ketel, afkomstig van de gieterij.

De hijsinstallatie van de Gieterij bleef bewaard.

Stork

Het industriële hart van Hengelo was een van de grootste industrieterreinen van Nederland en lag direct ten zuiden van het station; niet vreemd, want hier had je de ruimte en een spooraansluiting. Daarom verhuisde Charles Stork in 1868 zijn machinefabriek naar Hengelo. Hier groeide de onderneming die over de hele wereld stoommachines, scheeps- en dieselmotoren, turbines, ketels, pompen, zelfs complete suikerfabrieken zou leveren. Van die grootse fabriekenwereld is weinig over sinds de metaalindustrie de concurrentieslag verloor van veel goedkoper werkende bedrijven uit (meestal) Azië.

Op deze kaart uit 1936 is goed te zien hoe alle fabrieken (de rechthoekjes in oud-roze) rond het station (A) en bij elkaar zijn samengeklonterd. Stork (B) had z’n fabrieken ten zuiden van het spoor, waaronder de Gieterij (C) en bouwde ernaast Tuindorp ’t Lansink (D), met aan de rand de Tuindorpvijver (E). Bron: Kadaster/Topotijdreis

Tuindorp ’t Lansink

Stork was een sociaal bedrijf en bouwde voor zijn werknemers goede woningen in Tuindorp ‘t Lansink 3. Vader C.T. (Charles) en vooral zoon C.F. (Coenraad) hadden als ideaal ‘eener kolonie van goede woningen voor arbeiders en beambten in eene prettige en frissche omgeving, waar elke benauwdheid van smalle straten of eng gebouwde huizen plaats moet maken voor licht en lucht, zulks met een betaalbare huur’. Het moest een dorpse wijk met veel groen worden. Coenraad Stork liet zich daarbij inspireren door tuindorpen en tuinwijken die hij in Engeland had gezien.

Villa’s aan de Vijver (openingsfoto) en arbeiderswoningen aan een hof – door elkaar in Tuindorp ’t Lansink.

Gemengd

Bijzonder was dat dure woningen voor het hogere kader en goedkope woningen voor de arbeiders elkaar afwisselden. Mijn opa, die zwaar werk in de fabriek deed, kreeg er een arbeiderswoning. Mijn oma zorgde voor de ruime achtertuin, aardappels en groente verbouwde ze er, zoals Stork het graag zag: dat zijn arbeiders het platteland naar binnen brachten. De gevarieerde woningbouw maakt het nog steeds aangenaam om door de brede straten met hun ruime voortuinen te wandelen.

Woningen in Engelse stijl in Tuindorp ’t Lansink.

De vijver

De waterplas die ontstond bij de zandwinning voor het fundament van het Tuindorp was heel geschikt voor een zwembad. De vijver 4 met z’n zwembad is al meer dan een eeuw de parel van de wijk, want rondom staan majestueuze bomen en de zwemhokjes en bassins ademen een fijnzinnige nostalgie. Regelmatig heb ik er gezwommen en romantisch zijn de herinneringen aan de avonden dat we verstrengeld aan de oever zaten. En oordeel zelf: hoe mooi dat licht, daar wil je graag zitten, en dan hoef je niet eens verliefd te zijn.

De Tuindorpvijver met het zwembad.

C.T. Storkplein

Centrum van de wijk is het C.T. Storkplein 5. In de galerij konden de bewoners vroeger terecht voor hun eerste levensbehoeften. Daar is niets meer van over, maar de overdekte winkelgang bleef. Samen met Hotel ’t Lansink en de boerderijachtige woningen op het plein waan je je midden in een vriendelijk plattelandsdorp – de sfeer die Coenraad Stork nastreefde hangt er nog altijd.

Hotel ’t Lansink op het C.T. Strorkplein.

Goede stadsplanning

Zou Hengelo alleen bestaan uit Tuindorp ’t Lansink, dan was het al veel eerder tot de top van steden met een brede welvaart geklommen. Want in deze wijk met zijn prachtige vijver, zijn mooie gevarieerde bebouwing is het woonplezier altijd al groot geweest. Dit met liefde ontworpen Tuindorp is ruim een eeuw na z’n stichting nog steeds een voorbeeld van goede stadsplanning.

Horeca in een voormalige fabriekshal van Hazemeijer.

Hazemeijer

Op de terugweg wandel ik langs een ander Hengelo’s fabrieksicoon: Hazemeijer 6, producent van elektrotechnische producten als schakelkasten en schakelaars voor industrie, spoorwegen en woningen. Mijn vader bracht er meer dan veertig jaar van z’n werkende leven door. Hazemeijer fuseerde en fuseerde en is als Eaton Holec nog altijd in Hengelo gevestigd, maar hier kwamen de fabrieken leeg te staan en zijn nu een creatieve stadsplek voor activiteiten op het raakvlak van technologie en duurzaamheid. Heel passend: techniekmuseum Oyfo https://www.oyfotechniekmuseum.nl is er gevestigd.

Hergebruik: de watertoren van Stork, nu brandweerkazerne.

Brede welvaart

Via de iconische watertoren 7 van Stork (nu brandweerkazerne) kom je weer uit bij de fabrieken 2 aan de Industriestraat – van buiten ogen ze industrieel, maar binnen is alles leeg. Volop wordt gewerkt aan een plan dat het oude industriële Storkhart moet reanimeren en omtoveren tot een toplocatie voor werken, wonen en cultuur – een innovatieve stadswijk met een nadruk op groene technologie, waarin het industrieel erfgoed de basis vormt. Het zal Hengelo’s positie op de ranglijst van brede welvaart vast en zeker versterken.

Sfeervol zwemmen in het Tuindorpbad.

De vernieuwing

Een laatste lusje leid je langs het heringerichte Marktplein – na vele decennia en vele pogingen er iets van te maken is het dan eindelijk gelukt van het kale plein een prettige verblijfsruimte te maken. Mooie opmaat voor het tweede deel van de wandeling die laat zien hoe Hengelo zich heeft vernieuwd en het juk van vervallen fabrieken en versleten woonwijken van zich heeft afgeschud. De stad biedt tegenwoordig meer dan één fraai Tuindorp.

Informatie

LENGTE 4 km. Deze wandelroute maakt deel uit van een tweeluik. De andere route gaat over de spectaculaire herontwikkeling van de Veldwijk. Deel 1 en 2 zijn samen 9 km.

START Station Hengelo

GPS In het GPS-bestand is ook de andere Hengelo-route (Veldwijk) opgenomen; hier kun je het binnenhalen: routeyou-tuindorp-en-veldwijk

HORECA https://lusthengelo.nl/bakery/ (of in de andere route Wapen van Hengelo, dagelijks geopend)

*  Brede welvaart en woonplezier krijgen meer aandacht in de andere Hengelo-route (Veldwijk).

Plaats een reactie