De Groene Loper

Op de foto zie je de Geul, hoofdrolspeler in de nieuwe NS-wandeling van Maastricht naar Schin op Geul. De route voert je omgeven door groen de stad uit naar de heuvels met akkers en bossen en volgt later de Geul die verleidelijk kabbelend Valkenburg bereikt en stroomopwaarts steeds meer aan schoonheid wint – bloeiende weiden met kastelen op de achtergrond.

De Groene Loper

Zondagochtend, de kerk gaat uit, het geluid van gekeuvel strijkt over de brede wandel- en fietsweg. Op bankjes zitten mensen bij elkaar, beetje kletsen, op het door bomen omzoomde pad is het een komen en gaan van wandelaars en fietsers. Je hebt het niet door, maar je wandelt op het dak van de tunnel van de A2. Onder je rijdt het autoverkeer, onophoudelijk, 100 km per uur, bovenop dringt het geluid niet door. Radicaal is het hier veranderd, want decennialang lag hier een snelweg dwars door Maastrichtse woonwijken. De mensen die erlangs woonden moesten ramen dichthouden tegen lawaai en stank, de weg spleet de stad in tweeën.

2012-2021

Op de twee kaarten kun je de verschillen goed zien. In 2012 rijdt het verkeer dwars door de stad over de N2, het verlengde van de A2. Langs de vierbaansweg staan aan beide zijden sociale woningbouwflats 1. In 2021 is het rood van de N2 vervangen door het blauw van de wandelroute. De snelweg 2 en de daarvan gescheiden lokale weg 3 duiken de dubbellaags tunnel in. Op het dak ligt nu een park met centraal een fiets- en wandelweg. De flats zijn voor een groot deel afgebroken 4. Er zijn op sommige plekken al nieuwe woningen 5 voor in de plaats gekomen en die zijn een stuk duurder en mooier: het is aantrekkelijk om langs de Groene Loper te wonen.

Geheelde stad

Al het verkeer rijdt sinds 2016 door tunnels, op het dak kwam een vier kilometer lange bomenlaan, van noord naar zuid. De Groene Loper, het Maastrichtse stadspark, heeft gescheiden stadsdelen aan elkaar geritst, en heeft aan de noordzijde nog een extra slurf, waardoor je geheel in het groen Maastricht uitwandelt. Dat is een onverwacht begin van deze nieuwe NS-route, die weliswaar midden in de stad begint, maar zonder het gebruikelijke stadsrumoer en verkeerslawaai.

Akkermozaïek

Een laatste blik achterom – zie daar, rechts in het beeld, de rode Sint Janskerk en de torens van de Sint Servaas – en vervolgens word je opgenomen in het bos, waar je al een tijdje tegenaankeek. Het is de bovenrand van een golvend, typisch Limburgs landschap met eerst, in het lagere deel een mozaïek van akkers, waar in een onregelmatig patroon van kleine en grote rechthoeken de velden met voederbieten, tarwe, aardappels of gras liggen, soms van elkaar gescheiden door hagen als vette lijntjes in het blikveld.
Nu pas heb je onverharde paden onder je voeten – hoewel het opmerkelijk lang duurt (pas na een uur wandelen), kun je de stad moeilijk een verwijt maken; mooi genoeg dat je – weliswaar verhard – al die tijd in het groen loopt.

De grote groeve

Normaal gesproken leidt een Limburgs hellingbos je naar een hooggelegen plateau, maar in deze route sta je ineens oog in oog met een gigagat, een zestig meter diepe mergelgroeve die tot 2009 in bedrijf was. Op de kaart krimpen de hoogtelijntjes ineen, hoe overbrugt het pad die ongewone steilte? Een duik naar beneden? Nee, een steile trap, een stalen loper, die je tientallen meters dieper brengt, naar de bodem van de groeve.

Grotwoningen

Veel Zuid-Limburgse kalkheuvels zijn net gatenkaas, want voor de winning van mergel zijn er kilometerslange gangen uitgehakt. In Geulhem (waar je voor het eerst de Geul ziet) hebben ze er een muur, deur en raam voor geplaatst, en voilà een grotwoning was gecreëerd. Rond 1900 woonden in de eenvoudige, vochtige woningen ‘blokbrekers’, die de gangen van het grottenstelsel introkken om de kalksteen uit te zagen. Tot 1931 zijn ze bewoond geweest. Je kunt ze van de buitenkant bekijken door op het moment dat je in Geulhem aankomt zo’n 50 meter rechtsaf richting Berg en Terblijt te gaan.

De Geul

Alsof de populieren zijn opgetuigd voor een feestje, hun bolvormige maretakken lijken wel lampions, die het brede dal van de Geul verlichten. Blinkend liggen de weilanden vol bloemen, een feestelijk gezicht. Tegelijk, het is wel een rommelig feestje, want langs de Geul is het een beetje een zootje. Het riviertje, nu vriendelijk kabbelend, toont na fikse regen zijn woeste, ongetemde aard en valt dan z’n eigen oevers aan; met succes, want ze zijn op verschillende plekken ingestort. In zo’n aanval sleurt ie bomen mee, en die versperren her en der de loop van het water. Dat alles heeft tot gevolg, dat de Geul z’n bedding verlegt en zo een grote dynamiek in het dal brengt. En dat is nou juist de bedoeling, want meer vrijheid voor de rivier betekent meer variatie voor de natuur. Tegelijk is een natuurlijk beekdal ook een veilig dal, want het vermindert de kans op overstroming stroomafwaarts.

Valkenburg

In Valkenburg is vandaag een andere overstroming bezig, door het centrum schuifelt een grote mensenmassa – oef, moet je daar doorheen? Nee, het pad buigt af en scheert wonderbaarlijk langs de grote drukte heen, ondertussen zicht biedend op de kenmerkende gelige kalkzandsteen, waaruit de kerk en andere gebouwen zijn opgetrokken.
Midden door Valkenburg kabbelt de Geul, in twee stromen gesplitst. In juli 2021 was hier de grote watersnood. Knap, dat je er vrijwel niets meer van merkt. Toch is er de sluimering van gevaar, want niets zo grillig als een regenrivier – ineens kan het waterbeest wakker worden, zeker in tijden van klimaatverandering met z’n enorme hoosbuien.

De Blauwe Loper

Buiten Valkenburg keert de rust terug en laat het Geuldal zich van zijn mooiste kant zien met veelbloemige weilanden en op de achtergrond de kastelen Schaloen en Genhoes. Als een blauwe loper is het wandelpad uitgerold naar eindpunt Schin op Geul.
Groene loper, stalen loper en blauwe loper, verschillende gezichten, het is een gevarieerde route, van stad naar rand, van groeve naar Geul. Het is een soort Zuid-Limburg ‘light’, want de hellingen zijn niet steil, het dal van de Geul breed en de paden vaak voorzien van stevige ondergrond. Ook heel geschikt voor een weekendcombinatie met bezoek aan Maastricht en vervolgens de stad uit via De Groene Loper. Mooi hoe die stedelijke wandeluitvalsweg naadloos aansluit op akkermozaïek en hellingbos, en uiteindelijk als een blauwe loper langs de Geul z’n weg naar het eindpunt vindt.

Schuttersfeest in Schin op Geul

In Zuid-Limburg is de traditie nooit ver weg. Toch was het een gelukje, dat juist op mijn wandeldag in Schin op Geul het schuttersfeest werd gevierd. Ik kwam midden in een optocht van schuttersverenigingen terecht, die in hun praalpakken met trommel en fanfare door het dorp marcheerden. Een lust voor het oog, zeker toen Sint Brigida uit Noorbeek voorbijkwam met een jonge vaandeldraagster – van oor tot oor glom ze van trots en plezier. Als toonbeeld van een nieuwe generatie die een eeuwenoude traditie voortleeft.

Informatie

Startpunt van deze nieuwe NS-wandeling, die Wandelnet samen met de NS heeft ontwikkeld, is station Maastricht, eindpunt is na 13 km Valkenburg aan de Geul of na 17 km Schin op Geul. Vanuit beide plaatsen reis je terug met de trein.
Alle informatie (kaartje, routeaanduiding, horeca en beschrijving van bezienswaardigheden) staat op: www.wandelnet.nl (kijk bij NS-routes) of op www.ns.nl en kijk bij Dagje Uit.
Vanuit bijvoorbeeld Utrecht reis je in twee uur naar Maastricht en kun je in een dag op en neer. Maar de route leent zich ook uitstekend voor een combinatie van stadsbezoek aan Maastricht en de wandeling zelf. Of voor een combinatie met een andere NS-wandeling vanuit station Maastricht: Sint-Pietersberg, die het oude centrum combineert met het groen van Jekerdal en Sint-Pietersberg.

Dit verhaal is een bewerking van een artikel geschreven voor wandelkrant TE VOET.

Plaats een reactie